HET BIJZONDERE VERHAAL VAN EMMA

Er schuilt een bijzonder verhaal achter de veiligheidsschoenen van EMMA.
In de beginjaren van de 20ste eeuw werkten vele duizenden mijnwerkers bij de Staatsmijnen in Zuid-Limburg. Geregeld raakten mijnwerkers gewond of invalide tijdens het werk in de mijnen waardoor zij hun werk niet langer konden uitvoeren.

De Nederlandse Staatsmijnen (DSM) startten daarom diverse initiatieven om voormalige mijnwerkers aan geschikt alternatief werk te helpen. In 1918 werd de Stichting Fonds voor Sociale Instellingen (FSI) door de toenmalige Staatsmijnen opgericht, voortgekomen uit het beheer van winkels en gaarkeukens voor mijnwerkers tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918).

Ook ging de stichting de belangen behartigen van onder meer het personeel van DSM. In 1927 richtte FSI de Werkplaats Invalide Mijnwerkers (WIM) op, een gespecialiseerde schoenenfabriek die zich onder meer  toelegde op het repareren - en later ook fabriceren - van stevige en extra ondersteunende schoenen voor mijnwerkers. In 1931 werd Schoenenfabriek EMMA officieel opgericht. EMMA was destijds een sociale werkvoorziening, vernoemd naar de Staatsmijn EMMA. Alle Staatsmijnen droegen een naam van een lid van het koninklijk huis. De Staatsmijn EMMA is vernoemd naar Koningin Emma van Waldeck-Pyrmont (1858-1934). Na de sluiting van de Staatsmijnen (1966-1974) kregen ook voormalige mijnwerkers een arbeidsplaats bij EMMA.